Rond de Kêmperië
Het Overijssels kanaal is als eerste kanaal in Overijssel in 1855 gegraven in opdracht van de Overijsselse Kanalisatie Maatschappij. Het Overijssels kanaal loopt van Zwolle, via Lemelerveld, Marle, Daarle en Vroomshoop naar Almelo. Omstreeks 1800 waren de gronden in Marle voornamelijk drassig met veel houtopslag zoals wilgen en berken.
Aan de Hammerweg woonde ook Jan Kemper met zijn vrouw en 5 kinderen in een boerderij. Drie zonen bleven hier wonen en zo ontstond de Keêmperië. De oudste zoon erfde de ouderlijke boerderij, de 2e zoon bouwde een nieuwe boerderij en de 3e zoon Gerrit Jan werd boerenknecht bij zijn buurman Brinkman. Hij werd verliefd op de dochter, tevens zijn buurmeisje Geertje, waar hij al snel mee trouwde. Gerrit Jan was een ondernemende man en hij had meerdere manieren om aan de kost te komen. Zo liep hij wekelijks met de kruiwagen naar Zwolle of Deventer om daar op de wekelijkse markt de producten van zijn boerderij te verkopen, zoals eieren en melk. De kruiwagen ging nooit leeg mee terug, want op de markt kocht hij kruidenierswaren, die zijn vrouw Geertje weer verkocht in het winkeltje dat ze in haar keuken begon.
Je gaat naar een YouTube video
Gerrit Jan was ook nog brugwachter. Zijn boerderij stond dicht aan het Overijsselse Kanaal, dus ook daar verdiende hij een paar cent mee, 5 cent per voor elke passerende schip.Je kon het kanaal oversteken met de schaole, een soort drijvend ponton. Omdat Gerrit Jan nogal vaak op pad was kwam het bedienen van de ‘schaole’ vaak neer op Geertje. Wanneer er een schip moest passeren werd de ‘schaole’ losgemaakt en naar de kant geduwd. Op 16 mei 1940 is de schaole opgeblazen. De nieuwe brug over het Overijssels de ophaalbrug heeft tot 1964 zijn kanaal werd een ophaal brug dienst gedaan, vanaf die tijd was er geen scheepvaart meer door het kanaal. De brug die je hier ziet is in de hele buurt nog bekend als’ De Kempersbrug’
Aan het Het kanaal bracht destijds veel leven in de brouwerij. kanaal was een steiger gemaakt waar de boten aanlegden. De boten met graanzakken werden gelost door de boeren uit de omgeving die hiermee een mooie bijverdienste hadden. Op de kade stond een grijper die granen in een grote trechter stortte. Over de sloot was een spoorlijntje en door middel van een lorrie werden de granen dan naar de molen gebracht.
Gerrit Jan was ook nog brugwachter. Zijn boerderij stond dicht aan het Overijsselse Kanaal, dus ook daar verdiende hij een paar cent mee, 5 cent voor elk passerend schip. Het kanaal kon ook overgestoken worden met de schaole, een soort drijvend ponton.
Omdat Gerrit Jan nogal vaak op pad was, kwam het bedienen van de ‘schaole’ vaak neer op Geertje. Wanneer er een schip moest passeren werd de ‘schaole’ losgemaakt en naar de kant geduwd. Op 16 mei 1940 is de schaole opgeblazen. De nieuwe brug over het Overijssels kanaal werd een ophaalbrug 2 de ophaalbrug heeft tot 1964 zijn dienst gedaan, vanaf die tijd was er geen scheepvaart meer door het kanaal. De brug die je hier ziet, is in de hele buurt nog bekend als ’ De Kempersbrug’
Het kanaal bracht destijds veel leven in de brouwerij. Aan het kanaal was een steiger gemaakt waar de boten aanlegden. De boten met graanzakken werden gelost door de boeren uit de omgeving die hiermee een mooie bijverdienste hadden. Op de kade stond een grijper die granen in een grote trechter stortte. Over de sloot was een spoorlijntje en door middel van een lorrie werden de granen dan naar de molen gebracht. Ook werden zo de levensmiddelen bezorgd bij de winkel van Geertje. De afvoer van landbouwproducten ging ook per boot. Zo gingen o.a. de suikerbieten naar de suikerfabriek in Lemelerveld. De broers Kemper bezaten ook paarden. Deze werden ingezet om de schepen voort te slepen in het geval er te weinig wind was om te zeilen.
Een zoon van molenaar Weggeman begon omstreeks 1870 een bakkerij. Het graan voor broden werd gemalen in de molen aan de overkant van de weg. Na het bakken werden de broden bezorgd in Marle. Zijn zoon Bernhard zette deze traditie voort. Hij bracht niet alleen het brood maar ook altijd een hand vol snoep voor de kinderen mee. Wat een grote traktatie in de jaren 60 was! In de jaren 60 en 70 was hier de smederij van de gebroeders Kamphuis. Ze maakten o.a. verrijdbare melkhuisjes, melkmachines om de koeien in de wei machinaal te kunnen melken. De buurtwinkel van ‘Kempers Geertie’, Een maalderij waar veevoer werd geproduceerd.